Pexels julia m cameron 4145354

Oromyofunctionele therapie

Afwijkende mondgewoonten

Kinderen duimen of zuigen wel eens op hun vinger(s). Wanneer je kind dit rond driejarige leeftijd nog steeds doet, is er sprake van afwijkend mondgedrag. Vanaf dat moment kan het duimen, of vingerzuigen een negatieve invloed hebben op de stand van de tanden en de vorm van de kaak. Daarnaast kan de kracht van spieren in en rond de mond afnemen. Dit vaak met mondademen, open mondgedrag en afwijkend slikken tot gevolg.

Bij nagelbijten schuift de onderkaak naar voren en ontstaat er te veel spanning in de kaakgewrichten, vaak met pijnklachten en overbelasting van spieren in het mondgebied tot gevolg.

Bij habitueel mondademen ademt het kind door de mond terwijl de neus voldoende doorgankelijk is. Dit kan terugkerende keel infectiesof en middenoorontstekingen uitlokken. Daarnaast heeft habitueel mondademen invloed op de groei van de kaak, tanden en kiezen.

Door het continu openhangen van de mond bij opendmondgedrag groeit de onderkaak niet naar voren toe, maar omlaag. Dit foutief gedrag heeft effect op de ontwikkeling van het gebit en het aangezicht.

Afwijkend slikken

Bovenstaande vormen van afwijkend mondgedrag kunnen leiden tot afwijkend slikken. Per dag slikt men ongeveer 2000 keer. Wanneer de tong elke keer met een grote kracht tegen of tussen de tanden en/of kiezen komt, zal dit invloed hebben op de vorm van het gebit. Indien de tong tijdens slikken tussen de tanden wordt gehouden, belemmert ze het uitgroeien van de tanden. Bij dichtbijten komen de onder- en boventanden niet meer met elkaar in contact. Deze afwijking wordt een open beet genoemd.

Wat doet de logopediste?

De logopediste zal een oromyofunctioneel onderzoek uitvoeren waarbij ze zich een beeld vormt van de articulatiespieren en de tandenstand. Het slikpatroon van je kind zal worden gevisualiseerd door middel van een kleuringstechniek. De logopediste zal de afwijkende mondgewoonten afleren in samenwerking met ouders en kind.

Daarna starten we met mondmotorische oefeningen (we noemen dat hier ook wel eens tongturnen) om een betere ontwikkeling van de mondspieren te bekomen. Daarna werken we samen aan een juiste tongpositie in rust en een juist slikpatroon. Soms zal het gebruik van een oromyofunctionele trainer worden overwogen in samenspraak met de tandarts.

In combinatie met afwijkende mondgewoonten zien we vaak ook een afwijkende articulatie. De tong komt dan tussen of tegen de tanden bij de uitspraak van de letters s, z, t, d, l en n. Indien deze articulatieproblemen blijven bestaan na de oromyofunctionele therapie, kan articulatietherapie worden opgestart.

Wat kan je doen als ouder?

Als ouder speel je uiteraard een cruciale rol in het afleren van de afwijkende mondgewoonte. Aangezien dit een ingeslepen gewoonte is, is je kind zich hier niet altijd van bewust. Samen bekijken we hoe we dit gedrag kunnen afleren vanuit een positieve een aanpak. Daarnaast wordt er ook ingezet op thuis oefenen op een speelse manier. Je krijgt een oefentraject op maat mee naar huis met leuk oefenmateriaal.